We gaan dikwijls op bezoek bij ondernemers en zeggen terecht hoe fantastisch zij zijn. Maar eerlijk: we moeten onze eigen organisatie zelf dringend aanpassen naar het beeld van succesvolle bedrijven, willen we terug succes boeken en de samenleving veranderen.
Als kandidaat-voorzitter wil ik concreet zijn. Een voorzitter is immers niet enkel de politiek leider, maar moet ook sturing geven aan de organisatie.
Daarom heb ik een uitgebreid plan opgesteld voor onze interne organisatie met een set van duidelijke KPI’s (Key Performance Indicators). Dat zijn de dingen die concreet moeten gebeuren om onze organisatie uit het moeras te trekken.
Na 20 jaar deelname aan regeringen is onze partijstructuur enorm versnipperd. We zijn een archipel geworden, zoals de kaart van Griekenland: allemaal aparte eilandjes, die nauwelijks nog met elkaar samenwerken. Je hebt de hoofdzetel, kabinetten, parlementaire fracties, studiedienst, Brussel, Europa, onze basis enzovoort. Er is een gebrek aan structuur en organisatie. De eilandjes drijven steeds verder uit elkaar. Daardoor worden beslissingen uiteindelijk in zeer beperkte kring genomen. Dat leidde de afgelopen jaren helaas tot heel wat foute beslissingen.
De tijd dat we afzonderlijke eilandjes en persoonlijke hofhoudingen van personeel konden veroorloven is nu definitief voorbij. Iedereen zal in de nieuwe partijstructuur samenwerken, in plaats van apart zijn ding te doen. Dat geldt voor zowel de inhoud als de praktische werking.
Beslissingen kunnen zo voldoende gedragen worden. Nu lees je soms dingen in de krant waarvan je denkt: waar is dat ooit besproken? Dikwijls gebeurde dat enkel bij de voorzitter of op het kabinet van de premier. Zo kan je geen moderne organisatie runnen. Hetzelfde geldt voor het financieel beheer, dat eveneens veel beter moet.
Het ontbreekt ons te dikwijls aan een gedeelde partijcultuur: wat zijn onze normen en waarden? Waar strijden we voor en tegen? Wat is het “waarom” van onze politieke acties? In ondernemingen is er veel aandacht om een eigen identiteit te bewaren en intern uit te dragen. Bij ons gebeurt dat te weinig.
Veel medewerkers en zelfs parlementsleden zijn onvoldoende trots op wat onze partij allemaal gedaan heeft. Liberale basisprincipes zijn soms nog te onbekend. Niet iedereen hoeft natuurlijk Hayek, Berlin of Adam Smith te citeren. Er moet wel een basiskennis en trots zijn op waar het liberalisme en onze partij voor staan. Daar gaan we extra op inzetten. Dat zorgt meteen ook voor betere binding tussen alle huidige eilandjes.
In de media werd ons partijbestuur afgeschilderd als de bron van alle kwaad. Eerlijk: ik ga daar niet helemaal in mee. Er zitten veel goede mensen in ons partijbestuur, zowel vanuit nationaal als de basis. Het probleem ligt eerder aan de werking.
Er is ten eerste een gebrek aan vernieuwing bij de leden. Elk modern bedrijf past zijn Raad van Bestuur geregeld aan. Invloeden van buitenaf worden actief opgezocht. Dat voorbeeld moeten we volgen. Daarom beperken we het lidmaatschap van het partijbestuur tot maximaal twee termijnen. Eén derde van de partijbureau leden moet in elke legislatuur nieuw zijn.
Een ander probleem is de praktische werking. Er ontbreekt focus. Dikwijls is er geen duidelijke agenda en wordt er uitvoerig over actua zaken gesproken. Met ellenlange tussenkomsten tot gevolg, zonder concrete acties. Een partijbestuur moet de strategische keuzes voor de nabije toekomst bespreken. Geen praatbarak zijn, wat tot nu toe te veel het geval was. Er komt daarom een duidelijke taakverdeling tussen partijraad, partijbestuur en de fracties, ieder met hun eigen focus. Op het partijbureau worden de ruimere strategische lijnen gezet. De fracties bereiden concrete tactische acties rond standpunten voor en voeren ze ook uit. Zoals ik hierboven al uitlegde, komt er bij dit alles permanente toetsing met de basis.
Tenslotte is het tijdstip van het partijbestuur problematisch. Maak je maar eens vrij elke week op maandagvoormiddag. Dat is enkel voor mensen met een politiek mandaat haalbaar. We gaan daarom tijd en plaats anders doen. Meer op maat van de basis. Een partijbestuur die over strategische keuzes waakt, hoeft ook niet noodzakelijk elke week samen te komen.
We zijn ons binnen onze partij onvoldoende bewust van hoeveel liberaalgezinde mensen en organisaties ons inhoudelijk willen ondersteunen. Ze stoten te dikwijls op een muur. Wij staan er onvoldoende voor open.
We gooien daarom de deuren van onze fractie en studiedienst structureel open. Er komt een “red flag team”. Dat is een groep mensen uit liberaal gezinde organisaties en ondernemerskringen die het inhoudelijk werk van onze partij kritisch evalueert en suggesties geeft hoe het beter kan. Dat kan zowel gaan over de principieel inhoudelijke grondstroom als specifieke standpunten. We gaan op die manier voortaan onze liberale organisaties en ondernemers betrekken bij het parlementair werk.