Cruciaal in de heropstanding van onze partij: we zetten onze ledendemocratie opnieuw centraal. Het gebeurt te dikwijls dat nationale standpunten uit Brussel te ver weg liggen van wat onze basis echt wil. Leden worden amper nog gehoord.
Denk maar aan dingen als de verplichte renovatieplicht van woningen, de ophef over ons standpunt voor een mogelijke vermogensbelasting of voorstellen rond fusies van gemeenten.
We hebben nochtans veel waardevolle mensen aan de basis die mee willen denken. Leden, mandatarissen, militanten, ondernemers: noem maar op. We gaan die enorme rijkdom eindelijk durven gebruiken. In plaats van ons op te sluiten in kabinetten en partijbureaus in Brussel.
Dat zal zowel onze interne organisatiestructuur als onze inhoudelijke lijn sterker maken. Mensen aan de basis weten het best wat er leeft bij de brede bevolking. Elke moderne onderneming zou die input omarmen. Het is zonde dat wij die voelsprieten na 20 jaar in regeringen amper nog gebruiken.
Ik ben zelf bij de basis begonnen en heb alle gelederen van de partij meegemaakt. Ik weet wat het is. Borden afwassen op de lokale steakdag, gewerkt bij de studiedienst, Jong VLD-voorzitter geweest, lokaal schepen geworden en nationaal parlementslid. Ik voel me ook nog steeds verbonden met al die aspecten. Evenveel basis als nationaal. Steeds heb ik er de voornaamste en dikwijls zelfs de enige focus van gemaakt in mijn leven. Dat is de mentaliteit die nodig is als kandidaat-voorzitter om onze ledendemocratie te herstellen.
Ik zei het al: mensen aan de basis weten best wat er leeft bij de brede bevolking. Belangrijke inhoudelijke beslissingen van onze partij worden daarom voortaan digitaal voorgelegd en gestemd door de basis. Mensen uit de afdelingen weten wel dat ze niet altijd gelijk moeten krijgen. Ze verwachten wél dat er naar hen geluisterd wordt. Dat is nu niet meer het geval. Je kan tegenwoordig digitaal nochtans heel makkelijk je basis consulteren. Laat ons dat voortaan dan ook doen. Ik heb het altijd zeer gek gevonden dat we gigantische budgetten uitgeven aan externe consultants en communicatiebedrijven, terwijl we onze afdelingen amper raadplegen. Het zal voortaan anders gaan.
Belangrijke inhoudelijke beslissingen van onze partij worden daarom voortaan digitaal voorgelegd en gestemd door de basis. Mensen uit de afdelingen weten wel dat ze niet altijd gelijk moeten krijgen. Ze verwachten wél dat er naar hen geluisterd wordt. Dat is nu niet meer het geval. Je kan tegenwoordig digitaal nochtans heel makkelijk je basis consulteren. Laat ons dat voortaan dan ook doen. Ik heb het altijd zeer gek gevonden dat we gigantische budgetten uitgeven aan externe consultants en communicatiebedrijven, terwijl we onze afdelingen amper raadplegen. Het zal voortaan anders gaan.
Er is momenteel heel wat ondersteuning voor lokale afdelingen. Toch mist ze vaak haar doel. De ondersteuning voor lokale afdelingen maken we moderner. We zorgen er bijvoorbeeld voor dat lokale afdelingen ondersteund worden in het plaatsen van sociale media advertenties, zodat ze aan een lage kost veel mensen in hun gemeente kunnen bereiken. Ook huisbezoeken op lokaal niveau gaan we voortaan structureel omkaderen.
We gaan daarbij niet langer zeggen hoe afdelingen iets moeten doen. De burgerkrant is daar een voorbeeld van. We moeten afdelingen vertrouwen hoe ze die vorm willen geven. En dus niet verplichten ze vol te zetten met nationale reclame. Ik wil afdelingen ondersteunen en ze vrij laten. Dat is de beste combinatie.
We gaan de informatiekloof tussen lokaal en nationaal overbruggen. Ik krijg bij lokale afdelingen dikwijls dezelfde vragen. Die kunnen sneller beantwoord worden door tijdig en veelvuldig te communiceren, specifiek naar lokale mandatarissen. Nieuwsbrieven zijn momenteel nog te vaak een promotietool voor nationaal beleid.
Om dat geen dode letter te laten, stellen we tenslotte een politiek hoofd aan voor lokale werking. Dat is iemand met een sterke lokale en nationale verankering. Hij of zij zal voortaan mee in de cockpit van de partij zitten. Elke belangrijke beslissing zal daardoor gevoed worden met een lokale reflex.
Ik ben zelf het voorbeeld van een parlementslid dat zijn eigen weg heeft gevolgd: van de afwasbakken, Jong VLD, verkozen als schepen en tenslotte nationaal parlementslid. Volgens de rapporten in de kranten vlak voor de laatste verkiezingen, behoor ik nu tot de toplaag van parlementsleden. Simpel was dat niet. Het heeft veel werk, bloed, zweet en opofferingen gevraagd.
Ik wil een organisatie waarin hardwerkend lokaal talent structureel naar boven komt bij de lijstvorming en altijd kans kan maken op een plaats in het parlement. Los van de juiste connecties. Daarom komt er een “vernieuwingscomité” die de provinciale lijstvorming mee zal begeleiden en zal waken over voldoende vernieuwing.
Vernieuwers die verkozen willen worden moeten in de eerste plaats zelf iets bewezen hebben: lokaal, als ondernemer of binnen de bredere liberale beweging. Lokale binding en electoraal succes op gemeentelijk vlak is een belangrijke plus. Ik koester de onbekende lokale mandataris die misschien verbaal nog geen toptalent is, maar wel keihard werkt om het liberalisme te verdedigen in zijn/haar gemeente. Ik geloof ook sterk dat wie lokaal verankerd is, het beste zicht heeft op wat er echt leeft bij mensen. Lokale mensen staan voor mij altijd en overal op de eerste rij voor verkiesbare plaatsen bij de lijstvorming.
Het mag evenwel niet de enige weg zijn. Hard werk en concrete bijdrage binnen het breed liberaal netwerk of als ondernemer moet ook gewaardeerd worden. Daar moet telkens wel de bereidheid bij zijn om lokaal het liberalisme te versterken. En dat ruim voor de verkiezingen. We maken daarom komaf met de komst van externe mensen vlak voor verkiezingen. Wie van buitenaf komt is meer dan welkom. Maar moet zich eerst wel inwerken binnen de organisatie en zijn mensen. Zowel op lokaal als nationaal vlak.
Moeten uitzonderingen daarop kunnen? In uitzonderlijke gevallen wel. Bijvoorbeeld als het onmogelijk is voor iemand met een sterke liberale inborst zich in te werken in de lokale werking, wegens professionele hindernissen. Maar moet dus wel duidelijk dé uitzondering op de regel zijn. In het verleden was het eerder de regel zelf. Dat zal niet meer zo zijn.
Huidige parlementsleden schrijven we nooit zomaar af. Ze gaan wel strenger beoordeeld worden. Iedereen die ooit meedeed aan verkiezingen, op regenachtige markten stond en speeches gaf op een omgekeerde bierbak verdient respect. Ik zal dan ook al onze huidige en toekomstige parlementsleden door dik en dun verdedigen. Volksvertegenwoordigers gaan voortaan wel strenger beoordeeld worden op mérite binnen en buiten het parlement. Een nationaal mandaat is een grote eer. Mensen die dat hebben, moeten er voor leven. Het mag nooit als een flexi-job opgevat worden. Wie niet voldoet, zal minder kansen krijgen in de toekomst. We stellen daarvoor duidelijke KPI’s (Key Performance Indicators) op waarop verkozen leden binnen onze fracties worden beoordeeld en geëvalueerd. In elk modern bedrijf is dat de standaard, tot de CEO toe. Bij ons gebeurde dat tot nu toe te weinig.